Fragilis

De zon kwam op en in het vroege licht
Lag daar volmaakt en ongedeeld: het land.
Wat flarden mist maar verder niets
Dan eindeloos en uitgestrekt verlangen

Maar dan onthulde zich de einder en een stad,
Bleek het land niet onbegrensd.
En in het groeiend licht hadden wij een bang vermoeden:
Dit is alles wat ooit zal zijn.

De mist trok op en ons restte slechts
een geur van nat en groen en spijt
En het idee dat wat wij zoeken en verwachten
eeuwig onbereikbaar blijft.

En wij, gebroken en verdeeld, wij gingen verder
Steeds weer zoekend wat wij reeds bezitten.

Dit bericht is geplaatst in gedicht. Bookmark de permalink.