Binnen

Het is weer winter. Daar houd ik van.
De dag is kort en de wereld weer klein en overzichtelijk. Het diafragma is net lang genoeg open om me een blik op de wereld te gunnen en gaat dan op tijd weer dicht. Dan verdwijnt het licht en maakt plaats voor de beschutting en de beslotenheid van het donker. De gordijnen kunnen op tijd dicht en de wereld is dan weer veilig buiten. Dan maak ik mijn eigen licht door de lampen aan te draaien. Dan ben ik de baas over licht en donker, want als ik wil dan doe ik alles uit. Af en toe probeert de wereld nog binnen te komen, dan rukt hij aan het huis. De pannen ratelen en klapperen, maar er kan niks gebeuren, want mijn huis is sterk en staat er al zeker honderd jaar.
Ook over warmte en kou ben ik nu de baas, want ik heb een kachel en een thermostaat die ik naar believen hoog of laag kan zetten. Meestal zet ik hem hoog, want ik hou van warme voeten. Alleen als ik in mijn bed lig doe ik hem lager, want ik heb een heleboel dekens en die kan ik tot over mijn oren om me heen trekken, zodat alleen mijn gezicht nog buiten de dekens is.
De winter is net begonnen en duurt nog lang. Dat is fijn. Het wordt wel weer lente, maar nu nog niet.

Dit bericht is geplaatst in verhaal. Bookmark de permalink.